© Rootsville.eu

Stekene Blues #5
Festival
SR&BC Stekene (18-05-2019)

reporter Marcel - photo credits: Freddie


info club: SR&BC
info band:
The Hexmen (UK) - Catfish (UK) - Black Cat Biscuit (B) - The Blue Clay (NL) - Nobody's Dirty Business

© Rootsville 2019


5de editie reeds van dit kleinschalig en sympathiek festival dat wordt georganiseerd door de Stekense Rhythm & Blues Club. Daarenboven is het nog gratis ook. Voor mij het derde festival van dit jaar en dan nog niet ver van mijn deur.
Dit jaar weer 5 bands op het programma, een mix van Belgische en buitenlandse bands, die dit jaar vooral in de UK werden gehaald, voor de Brexit van kracht wordt. De lokatie is dezelfde als vorig jaar maar er werden wat verandering in de setting gebracht. Dit jaar iets kleinschaliger, in een tent en met een leuk terras. Gezien het goede weer van de partij was, kon er eigenlijk niets meer stuk. Ons onmiddellijk een lekkere Troubadour laten serveren en we waren er volledig klaar voor.

Dit jaar mogen de jongens van Nobody’s Dirty Business (van de gelijknamige Mississippi  John Hurt song) de debatten openen. Deze jonge band uit het naburige Lokeren brengt de klassieke covers van onder andere Muddy Waters, John Lee Hooker en Mississippy John Hurt , maar geven ze wel een eigen interpretatie. Afwisselend elektrisch en akoestisch maar steeds met een eigen touch.

De band bestaat uit Peter Daneels (vocals en gitaar), Nard de Cauwer( harmonica), Sam Meireson (bas en gitaar) en Pim Hoek (drums). Nog niet veel volk in de tent voor dit eerste optreden en dat was jammer want hoewel niet het meest swingende programma toch wel een aangename set van dit viertal met ‘Lowdown Dirty Shame’ als starter gevolgd door ‘Ashes Blues’ en Muddy Waters’ ‘Champagne And Reefer’. Allemaal goed gebracht en dat kunnen we ook zeggen van ‘Phonograph Blues’ van Robert Johnson of ‘Messin’ With the Kid ‘ van Junior Wells. Al bij al kon ik er van genieten en was het zeker en vast een geslaagde opener.

Ondertussen bleef het aantal toeschouwers gestaag groeien.

Traditie getrouw, mogen we ook altijd rekenen op een optreden van The Blue Clay. Een vaste waarde op het festival en een band naar mijn hart, die altijd goed zijn voor een energiek optreden met een mengeling van Blues, Tex Mex, Americana, bluegrass wat rock ’n roll en een vleugje Zydeco. Nog niks veranderd aan de bezetting van de band met frontman Wouter Verhelst (zang, gitaar, mandoline, accordeon en harp), Geert de Block (drums), Repete Van Merode (uprihght bass), Jan Van Den Berghe (keys) .

En we werden niet ontgoocheld. De mannen gingen er als razenden vandoor en grepen ons meteen bij de ballen met een schitterende versie van ‘Mercury Blues’ van KC Douglas. Vonken spetterden er direct af. De jongens zijn al een tijd samen en weten zich zonder problemen blindelings te vinden. Fun on stage en fun in de tent. Er werd verder op dit élan doorgegaan met ‘ Change My Way Of Living’, ‘Hillbillies’ en ‘ Call me The Little Boy’. Het was shaken geblazen in de tent en de eerste dansers verschenen voor de bühne. Inderdaad moeilijk om stil te blijven staan bij deze aanstekelijke muziek. Indien je niet moest bewegen, dan  raad ik aan om dringend een dokter te bezoeken. Richting einde set ging het alsmaar crescendo met een stevige ‘Down Here Below’ en de afsluiters ‘Rock This House’ en ‘Bright Light Big City’ de superhit van Jimmy Reed, waarbij Mark Sepansky van Black Cat Biscuit als special guest fungeerde op de Mississippi saxofoon. Schitterende apotheose en dat hoorde je duidelijk aan de reacties van het publiek.

Even tijd genomen om een succulente hamburger binnen te spelen een Troubadourtje te bestellen en we waren er weer klaar voor.

De derde band van de dag waren niemand minder dan de winnaars van onze laatste Belgian Blues Challenge, Black Cat Biscuit. Ondertussen zijn ze van verre en einde gekend en hoeven ze eigenlijk geen introductie meer. Hun nieuwste cd ‘That’s How The Cookie Crumbles’ is een pareltje en met deze gewapend kwamen ze Stekene onveilig maken met hun roots blues van eigen hand. Ijzersterke band die bestaat uit Giovanni “Yasser” Arnauts (gitaar en vocals), Patrick “P.Daddy” Indestege (bas), Stanley Patty (gitaar), Mark “Mighty Mark” Sepanski (harp) en Jeff  “Junior” Gijbels (drums).
Strak in het pak komt het vijftal het podium op. Enkele dames staan al op het punt om in katzwijm te vallen. Zeg nu zelf, het heeft toch wat. Muddy Waters en BB King traden ook niet op in een t-shirt en teen slippers. Classy, my friends!

Met deze jongens weet je altijd welk vlees je in de kuip hebt en geloof mij vrij, die is van prima kwaliteit. De band bewijst steeds dat ze goed op elkaar zijn ingespeeld. Stevig gitaarwerk van Stanley, het sobere maar o zo belangrijk baswerk van Patrick gecombineerd met het geweldig drumwerk van Junior, toppie. Mark Sepanski blaas zich als steeds de longen uit het vege lijf en “Yasser” is de glue die alles aan elkaar bindt.

Ondanks het feit dat ik de mannen al tal van keren aan het werk zat, vervelen ze nooit. Ze amuseren zich zodanig met hetgeen ze doen, dat die positiviteit altijd uitsraalt naar het publiek. Het was dus weer swingen geblazen met ‘Bad James’, ‘Giovanni Winnetou’, ‘Train 66’, ‘What I Really Need Is You’, ‘Parrot Woman’ of nog ‘Sons Of A Vampire’. Alweer “cum laude” geslaagd.

De voorlaatste band waren de Engelse jongens van Catfish. Vorig jaar nog gezien op Swing Wespelaar en ze hadden mij niet echt warm kunnen maken voor hun muziek. Eens zien of daar verandering kon worden ingebracht. Dit is een band voor mensen die van het steviger gitaarwerk houden en laat mij daar niet toe behoren. Typische Engelse bluesrock, soms meer rock dan blues, dat jammer genoeg niet direct mijn “dada” is. De band bestaat uit het 22-jarig gitaarwonder Matt Long, Adam Pyke (bas), Paul Long (keys) en Kevin Yates (drums).

Zoals ik al zei, niet mijn ding, wat niet wil zeggen dat anderen dat niet goed vinden. De tent was namelijk vol gelopen voor dit viertal die net een nieuwe cd hebben uitgebracht met de titel “Burning Bridges” en ik vermoedde dat wij her en der wel een stukje van te horen zouden krijgen. Staren deden ze met ‘Break me Down’, gevolgd door ‘Leading me On’. Je moet het toegeven Matt Long weet wat gitaarspelen is en heeft ook een stem als een klok dat past bij het genre. Ook de zang wordt geregeld afgewisseld met vader Paul long. Het eerste nummer dat mij echt kon bekoren en dat supergoed was, is ‘Better Days’. Eindelijk een song dat eerder naar blues neigde dan naar rock. Er werd nog stevig door gegaan met zeeeeer lange guitaarsolo’s  en songs als ‘Ghosts’ met vader Paul aan de vocals, ‘Broken Man’  en de afsluiter ‘Make It Rain’ wat ik alweer een goed nummer vond. Als enige band van de dag werd er deftig geroepen om een bisser en we kregen er ook één met ‘Going Down’. De Britse jongens hadden duidelijk Stekene veroverd.

De afsluiter van dit jaar , had ik vorig jaar gezien op het bluesfestival in Zelzate. Deze band komt ook “van over het water” en dan heb ik het hier over The Hexmen. Deze boys brengen het genre pubrock, zoals we het kennen van Dr Feelgood. Zeer energiek en ze doen het best maar Dr Feelgood zullen ze niet worden. Het is een partyband en ze werken ze zich wel in het zweet maar originalteit ontbreekt mij wat. De band , die in de zeventiger jaren werd opgericht in Liverpool, bestaat uit frontman George Hexmen (vocals en harp), Ian Fuller (gitaar), Ike Cain (bas) en Mat Shaw (drums).

Van in het begin zat de klank niet goed. Noch vooraan noch achteraan. Regelmatig zag ik George de klankman naar voor roepen maar het bleef povertjes. ‘Ridin On The L&N’ knalde als eerste door de luidsprekers. Deze song van The Bintangs kreeg hier een tweede leven. Wat volgde kreeg mij niet echt warm. ‘Treat her Tright’ kwam uit de nieuwe cd, gevolgd door klassiekers als ‘Hipshake’, ‘Rollin’ and Tumblin’, ‘Hoochie Coochie Man’ of nog de kraker van Them ‘Gloria’. Warm of koud kreeg ik het er echter niet van. Ondertussen begonnen mijn oude knoken tegen te spreken en werd het tijd om ze tot rust te brengen. Aldus huiswaarts richting bedstede...

Festival meer dan geslaagd zou ik zo zeggen. Goed weer, veel volk en goede muziek. Vrijwilligers die zich uit de naad werkten. Ook had de organisatie gedacht aan het milieu en werd er gewerkt met herbruikbare bekers, wat dan weer een strak plan bleek te zijn.
Ik zou zeggen, keep on the good work en tot volgend jaar ! (Marcel)

altijd op de eerste rij

hoezo pijnlijke knie?

look, it's alive

België- Nederland 2-2

The Hexmen


Catfisch

Black Cat Bisquit

The Blue Clay

Nobody's Dirty Business